De bijeenkomst startte met een presentatie over de verschillende gebiedsgerichte instrumenten, zoals Omgevingsagenda’s en NOVI-gebieden. Daarna gingen de circa 35 deelnemers in groepjes in gesprek over hoe het maatschappelijk veld kan bijdragen aan de uitvoering van de NOVI en wat zij daarvoor nodig hebben.
“Veel maatschappelijke organisaties en initiatieven hebben de afgelopen jaren bijgedragen aan de totstandkoming van de NOVI”, vertelt Angélique Boel van het uitvoeringsteam NOVI, medeorganisator van de bijeenkomst. “Er is een heel netwerk ontstaan. Nu we starten met de uitvoering, willen we met enige regelmaat het gesprek voortzetten in themagerichte bijeenkomsten, om zo bij te praten over de uitvoeringspraktijk en de betrokkenheid van alle partijen. Dit was de eerste bijeenkomst.”
Versterken van gezamenlijke kracht
Gaston Gelissen, programmamanager NOVI Brabant en Limburg, benadrukte in zijn presentatie dat de ambities van de NOVI (onder meer een klimaatbestendige delta die duurzaam, concurrerend en circulair is, met een hoge kwaliteit van leven) alleen realiseerbaar zijn in nauwe samenwerking met alle maatschappelijke partijen en initiatieven. “Gebiedsgericht maatwerk vraagt erom dat we samen optrekken”, zei Gelissen. “We moeten samen onze gezamenlijke opgaven formuleren en bestaande aanpakken op een rijtje zetten. Daar waar nodig moeten we gebiedsgerichte aanpakken samenvoegen. Dat betekent ook dat je goede afspraken maakt, investeringen bundelt en kennisinstrumenten deelt.”
Daarvoor zijn bruggen nodig tussen overheden onderling, tussen overheden en maatschappelijke organisaties, en tussen kennis en praktijk. Gelissen: “Dat vraagt niet om een nieuwe visie, maar om het versterken van onze gezamenlijke uitvoeringskracht.” Als voorbeelden van kansrijke gebiedsgerichte trajecten noemde hij Regiodeals, verstedelijkingsstrategieën, Regionale Investerings Agenda’s (RIA’s) en regionale energiestrategieën.
Integraal denken
In de gesprekken in groepjes stonden drie vragen centraal:
- Wat doen organisaties zelf en/of samen met anderen op regionaal niveau en hoe kan dit bijdragen aan de uitvoering van Omgevingsagenda’s of NOVI-gebieden?
- Wat verwachten organisaties van de gemeentelijke, provinciale en Rijksoverheid en de waterschappen? Wat zijn goede voorbeelden van gebiedsgerichte samenwerking?
- Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de overheid om de samenwerking met maatschappelijke organisaties op gebiedsniveau te realiseren?
Dit leverde veel informatie op over de eigen uitvoeringspraktijk van de deelnemers en suggesties voor verbetering. Deelnemers kregen beter inzicht in waar je aan welke tafel kunt aanschuiven om mee te werken, bijvoorbeeld aan de uitvoering van Omgevingsagenda’s of de NOVI-gebieden. “Want veel organisaties zien door de bomen het bos niet meer door de grote hoeveelheid gebiedsgerichte trajecten en programma’s”, zegt Boel. “Sommige organisaties werken vooral op nationaal niveau en kunnen dus niet in de regio meedoen.”
Een ander signaal was dat maatschappelijke organisaties op regionaal niveau aanlopen tegen sectoraal denkende ambtenaren die weinig ruimte krijgen om integraler te gaan handelen, voorbij hun eigen grenzen. Boel: “Dus je kunt dat wel willen, maar hoe krijg je hen zo ver?”
Roep om regie
In een van de groepen deelden enkele grote bedrijfsorganisaties hun ervaringen met gebiedsgericht werken. Op verschillende maatschappelijke niveaus zijn al initiatieven in uitvoering, waaronder RIA’s, en samenwerkingsverbanden zoals de NOVI-alliantie. Punten van aandacht zijn het slim omgaan met schaarse ruimte, het betrekken van burgers en het koppelen van onder meer woningbouw, bedrijvigheid, natuur, infrastructuur en energie op behapbaar niveau, zodat je tot concrete besluiten kunt komen. Er was een sterke roep om regie vanuit de overheid, met een oor voor de stem van de eindgebruiker: “Stimuleer ontmoeting. Organiseer dialogen en verbind ze met het lokale belang.”
Meedenken
In een andere groep klonk de roep om een inzichtelijk procesontwerp en aansturing vanuit de Omgevingsagenda, zodat partijen weten wanneer ze input kunnen geven. Belangrijk is niet alleen gebiedsgericht werken, maar ook een thematische dwarsdoorsnede met aandacht voor helder gedefinieerde thema’s zoals veiligheid en gezondheid.
Bij gebiedsgericht is niet alleen de logica van prioriteitsstelling van belang, aldus deelnemers. “Dat betekent dat je als Rijk niet eerst gaat kijken waar het spannend is, om daar aan de slag te gaan. Daarmee mis je namelijk aansluiting met partijen die ook goed bezig zijn. Als de overheid samenwerkt met lokale trajecten, geeft dat inzicht in onderwerpen waar ze zelf nog niet genoeg de vinger achter heeft gekregen. Het gaat om kennis uitwisselen en daarmee die onderwerpen verder brengen. Meedenken en meer denken in een groeimodel voor kansrijke initiatieven.”
Dansvloer
Tijdens een plenaire afsluiting passeerden de belangrijkste aanbevelingen nog eens de revue. Rode draad was de roep om verbinding tussen – en inzicht in – bestaande initiatieven, oog voor het lokale belang, kennisontsluiting en een regierol vanuit de overheid met duidelijke inhoudelijke en beleidsmatige kaders. Het gaat dan om nationale kaders en ondersteuning voor regionaal maatwerk, zodat er een goede link kan ontstaan tussen de omgevingsvisies van gemeenten, provincies, waterschappen en Rijk. “Een dansvloer creëren waarop we met elkaar kunnen dansen tussen de schaalniveaus”, zoals een van de deelnemers het verwoordde.
“Liefde komt met kennis over het gebied. Zo kun je partners inspireren en ontstaat betrokkenheid, ook bij burgers.”
“Ondanks dat het een online sessie was, maakten de gesprekken in groepjes toch een levendige indruk en kon iedereen een bijdrage leveren”, besluit Angélique Boel. “Sommige partijen gaven nadrukkelijk aan dit soort bijeenkomsten zeer te waarderen. Dus dat is positief voor verdere ontwikkeling van het NOVI-netwerk. Want we hebben nu vooral bekende organisaties uitgenodigd, maar in het vervolg willen we dat zeker gaan uitbreiden.”