Het Rijk streeft samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties naar een veilig en aantrekkelijk rivierengebied. Zij geven samen invulling aan de ambitie voor een integrale aanpak van de opgaven met het Programma Integraal Riviermanagement (IRM).
De opgaven
Het Programma IRM richt zich op de opgaven en kansen in het rivierengebied in de periode tot 2050, met een doorkijk naar 2100. Nieuwe waterveiligheidsnormen, laagwaterproblematiek, het faciliteren van scheepvaart, duurzame zoetwatervoorziening en een goede ecologische waterkwaliteit en natuur - ook bij langdurige perioden van droogte - zijn opgaven die zowel positief als negatief met elkaar kunnen interacteren. In een visie op het rivierengebied wordt een integrale analyse van het riviersysteem gemaakt en aandacht besteed aan de afvoercapaciteit en de bodemligging van de rivieren. Het doel is te komen tot een toekomstbestendig riviersysteem dat meervoudig bruikbaar is en als systeem goed functioneert. Er wordt voortgebouwd op het huidige beleid en op ontwikkelingen binnen de verschillende beleidsterreinen. Daarnaast wordt rekening gehouden met autonome ontwikkelingen, zoals ontwikkelingen van het klimaat en bodemerosie. Voor een aantal beleidsterreinen is aanscherping van het beleid nodig of moet zelfs nieuw beleid worden ontwikkeld. De integrale visie vormt het fundament op basis waarvan indicatieve maatregelen en hun locatie voor de periode van 2028 tot 2032 worden bepaald en voor de doorkijk naar maatregelen die vervolgens in de periode tot 2050 kunnen worden genomen. De integrale visie met bijbehorende globale maatregelen worden vastgelegd in een Programma onder de Omgevingswet.
Concreet omvat het Programma IRM:
• Een integrale visie op het rivierengebied;
• Beleidskeuzes voor afvoercapaciteit en rivierbodemligging;
• Globale locatie en type maatregelen waarmee de toekomstvisie kan worden bereikt;
• Uitvoeringsparagraaf met verantwoordelijkheden en bekostiging. Het Programma IRM vormt op deze manier ook de herijking van de voorkeursstrategie Rivieren in het kader van het Deltaprogramma.
Uitwerking
De samenwerkende partijen stellen een zogenaamd ‘Beeld op de Rivier’ op, waarin karakteristieken, opgaven en ontwikkelingen in het rivierengebied samenkomen. Dit beeld op de rivier wordt als basis gebruikt om gezamenlijk tot alternatieven te komen per riviertraject. Ook wordt er gewerkt aan een werkwijze IRM: hoe gaat de samenwerking na vaststelling van het programma eruitzien? Op basis van het uitgevoerde PlanMER, Passende Beoordeling en MKBA wordt het Voorkeursalternatief vastgesteld en vastgelegd in een ontwerp Programma IRM tezamen met de toekomstige werkwijze. Dit ontwerp Programma wordt samen met de onderliggende stukken ter inzage gelegd. Ook de Commissie voor de Milieueffectrapportage en de buurlanden België en Duitsland worden geraadpleegd. Het streven is het Programma IRM in 2022 vast te stellen. IRM start de uitvoering. In bestuursovereenkomsten wordt vastgelegd welke overheid verantwoordelijk is voor de uitvoering van de indicatieve maatregelen. In het kader van de uitwerking zal voor een groot aantal maatregelen een project-MER worden opgesteld.
Nationale belangen waar het programma aan raakt
• 7. Hoofdinfrastructuur voor mobiliteit
• 14. Waterveiligheid en klimaatbestendigheid
• 15. Waterkwaliteit, drinkwatervoorziening en zoetwater
• 19. Cultureel erfgoed, landschap en natuur
• 20. Natuur en biodiversiteit
• 21. Visserij
Verantwoordelijk departement en betrokkenen
Het ministerie van IenW is verantwoordelijk en betrokken zijn de overige departementen, provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties. In de Stuurgroep zijn vertegenwoordigd IenW, LNV, het Bestuurlijk Platform Rijn, de Stuurgroep Deltaprogramma Maas, de Deltacommissaris, de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en Rijkswaterstaat.
Meer weten
Kijk op https://www.deltaprogramma.nl/deltaprogramma/vraag-en-antwoord/wat-is-het-programma-integraal-riviermanagement